Boos gedrag
Kinderen en jongeren uiten hun emoties op verschillende manieren. Boos zijn hoort bij hun ontwikkeling. Bij kleine kinderen zien we ‘uit het niets’ een driftbui, oudere kinderen stormen boos de kamer uit en de pubers geven een grote mond en lijken alleen aan zichzelf te denken. Door boos te zijn geven kinderen een grens aan. Steeds meer leren kinderen om dit ook op andere manieren te doen. Toch wordt iedereen nog wel eens boos. De kracht en energie die vrij komt helpt om voor jezelf op te komen. Het is wel belangrijk dat kinderen leren om dit op de juiste manier te doen. Als ouder heb je hier een belangrijke rol in.
Tips voor ouders
1. Erken de emotie: benoem wat je ziet bij je kind en toon begrip voor het gevoel.
2. Leer je kind hoe hij deze emotie op een gezonde manier kan uiten. Bijvoorbeeld een tekening maken van het gevoel, opschrijven wat er dwars zit of even een rustmoment pakken.
3. Stel grenzen en consequenties. Voor kinderen is het helpend om duidelijke grenzen te hebben. Laat weten welk gedrag je wel en niet accepteert. Een consequentie kun je inzetten om duidelijk te maken dat er een grens is. Let wel op dat het een logische consequentie is op het gedrag wat je kind laat zien.
4. Bied troost en steun. Zoek samen met je kind naar de oorzaak van de boosheid en bedenk een oplossing. Zo help je je kind om de emoties te leren begrijpen.
5. Geef zelf het goede voorbeeld. Iedereen wordt wel eens boos, maar het belangrijkste is dat het kind leert dat het erover gaat op welke manier je boos wordt. Hoe je ermee omgaat en hoe je het weer oplost.
Nog vragen?
Blijf je als ouder aanlopen tegen de boze buien van je peuter, kleuter, basisschoolkind of puber? Neem gerust contact met ons op. We denken graag met je mee!